Het hoeft niet in de krant,
Maar Ron-nie knipt z’n haar.
Het mocht een keer.
Dat vond ze ook.
Het zat ook raar.
Ze had van-daag geen tijd.
Maar hij weet niet meer waar-om.
De thee is op.
Zijn haar is kort.
De maand is om.
Ron-nie, Ron-nie,
Ooit.
Maan-dag moest ze wer- ken,
En ze belt waar-schijn-lijk nooit.
De brief zat in zijn bin-nen-zak,
Maar nu op-eens van-daag is hij hem kwijt.
Voor e-ven of voor al-tijd.
Ze houdt van cho-co-la.
Ron-nie schrijft het op.
Por-tu-gal, John-ny Depp,
Fran-se pop.
Een me-rel in de tuin.
De ha-ren in zijn hand.
Hij zou zo graag mis-schien een keer,
Dat op een dag, als het kon.
Maar Ron-nie, Ron-nie,
Hoe?
De maan is niet van zil- ver,
En je kunt er niet naar toe.
De brief lag al die tijd ge-woon op ta-fel.
Hij fluit een lied-je van de Bee Gees,
Uit hun eer-ste pe-ri-o-de.
De me-rel schrikt en ver-dwijnt,
Voor e-ven of voor al-tijd.